Search form

AZ Delta ziekenhuis pathologie

Contact details
Traineeship proposition
Abstract
Testimony
Admin
Stageonderwerp 1 2012-2013: Selectie en validatie van interne controles voor immuunhistochemie
Selecteren en valideren van geschikte interne kwaliteitscontroles worden gebruikt ter bewaking van de kwaliteit van de uitgevoerde immuunhistochemie.
Abstract Bachelor project 2017-2018: Setting up a risk analysis for tests on external samples using the FMEA method

In the laboratory of pathology in AZ Delta, there is research on tissues and body fluids. The laboratory can be divided into four sections. The first part of the laboratory is the room where the tissue is cut into smaller pieces. These smaller pieces are then places in cassettes. The next part of the laboratory is the room where the cassettes are embedded. After the tissues are embedded, they can be cut in sections. All sections are stained with the hematoxylin-eosin staining or other additional staining’s. The third part is cytology where the body fluids are processed. And finally, there is immunohistochemistry where the immunohistochemically staining’s are executed.

The purpose of this bachelor test is to make a risk analysis about tests that take place on external samples. Many errors can occur during this process that can have major consequences for the patient. This is why a risk analysis is drawn up to find all possible errors and to find appropriate actions so that these errors can be avoided in the future.

To make the risk analysis, the Failure Mode and Effect Analysis (FMEA) method was used. This method describes all possible risks with the aim of reducing these risks. The first step is describing the different process steps in chronological order. Once all process steps have been described, there can be looked what can go wrong during each individual process step. For every possible error, there can be looked at the probability that this error occurs, the discovery and the consequence of this error. A Risk Priority Number (RPN) value can be calculated based on the chance of occurrence, the discovery and the consequence. If the RPN value is too high, an action must be taken with the aim of reducing these risks.

Many errors can occur during tests who are performed on external samples. Most errors were observed when filling in the application form and during processing the sample. The biggest consequences are sample or patient change which will make the RPN high.

Samenvatting eindwerk 1 2012-2013: Kwaliteitscontrole in de immuunhistochemie
Een immuunhistochemisch onderzoek in het labo pathologie wordt uitgevoerd om de aanwezigheid van bepaalde eiwitten, bacteriën, virussen en parasieten in weefsels of cellen aan te tonen. Het IHC-onderzoek volgt in het routine pathologisch onderzoek op de beoordeling van de hematoxyline-eosine gekleurde weefselcoupes en eventuele aanvullende histochemische kleuringen.
Tijdens de immuunhistochemische kleuring kunnen fouten optreden die echter niet altijd worden weergegeven door het immuunhistochemie-toestel. Om de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de kleuringprocedures te controleren wordt gebruik gemaakt van interne controles. Geschikte controles worden opgezocht in het Laboratorium Informatie Systeem. Hiervan worden de hematoxyline-eosine en eventueel de immuunhistochemisch gekleurde coupes uitgehaald en voorgelegd aan de Patholoog. Na goedkeuring worden de blokken uitgehaald en worden er controles van gemaakt. Indien de volledige blok niet bruikbaar is of indien een deel van het weefsel al voldoende is als controle, dient er gepuncht te worden. Dit gebeurt indien het weefsel niet volledig hoeft gebruikt te worden, bij de aanwezigheid van niet representatieve delen in het weefsel (zoals vetweefsel) of voor het samenstellen van een multiblok. Daarnaast kan ook een controleblok gemaakt worden vanuit routineweefsel. Van de gepunchte blokken wordt een hematoxyline-eosine kleuring uitgevoerd. Na goedkeuring van deze coupes door de Patholoog kunnen de blokken in gebruik genomen worden.
Indien de controleblokken positief resultaat opleveren na immuunhistochemische kleuring, werd de kleuring correct uitgevoerd en zijn de resultaten betrouwbaar. 
 
Samenvatting eindwerk 2 2012-2013: Vergelijking van verschillende aanrijkingsbouillons en selectieve chromogene media voor MRSA-screening
Methicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) is één van de belangrijkste ziekenhuisbacteriën in de huidige samenleving. Het zijn Staphylococcus aureus-stammen die een resistentie hebben ontwikkeld tegenover een hele reeks antibiotica. MRSA heeft dezelfde pathogene werking als Staphylococcus aureus (S. aureus). S. aureus veroorzaakt vooral huidinfecties, maar kan ook invasieve infecties en toxinegemedieerde ziektebeelden veroorzaken. Het verschil ligt in de behandeling infecties met MRSA gezien de multiresistentie aan antibiotica. Het is van het grootste belang patiënten die gekoloniseerd zijn met MRSA snel op te sporen, te isoleren en te behandelen. Zodoende kan verdere verspreiding zoveel mogelijk worden  tegengehouden.
Het doel van de studie is om verschillende methodes voor MRSA-screening te gaan vergelijken. Zodat de snelste methode, met de hoogste sensitiviteit en de laagste arbeidsintensiteit kan worden gevonden.
In het Heilig Hartziekenhuis Roeselare-Menen gebeurt de screening momenteel met een droge wisser. De aanrijking van de bacterie gebeurt in een zelf aangemaakte bouillon en de gebruikte selectieve chromogene identificatieplaat is de BBL™ CHROMagar MRSA II™ van Becton-Dickinson. In deze studie gebeurt de staalname met een ESwab™ van Copan en wordt een vergelijking gemaakt met drie commercieel verkrijgbare aanrijkingsbouillons met verschillende zoutconcentraties. Daarnaast wordt een vergelijking gemaakt met een andere identificatiebodem, namelijk de chromID MRSA™ van bioMérieux, en wordt bekeken of de aanrijkingsstap noodzakelijk is.
Hoewel geen positieve resultaten gemist werden zonder de aanrijkingsstap, wordt toch aangeraden de stalen aan te rijken. Dit omdat de groei in bepaalde gevallen zonder aanrijking heel beperkt was. De aanrijkingsbouillons met een verhoogde zoutconcentratie bleken sensitiever. De BBL™ CHROMagar MRSA II™ bleek de identificatiebodem met de hoogste selectiviteit. Er werd geen verschil waargenomen in sensitiviteit en specificiteit.
 
Samenvatting eindwerk 2011-2012: Optimalisatie van parasitologische laboratoriumdiagnostiek in faeces: SAF-fixatie en permanente kleuring
Een parasiet is een organisme dat tijdelijk of permanent overleeft in of op een gastheer, mens of dier, en daaraan zijn voedsel onttrekt. Het zijn eukaryote organismen en kunnen onderverdeel worden in protozoa of ééncellige parasieten, wormen en geleedpotigen. Transmissie van parasieten van de ene gastheer op de andere kan op verschillende manieren plaatsvinden. Geleedpotigen kunnen door direct contact tussen de gastheren overgebracht worden. Door het eten van voedsel die wormen of wormeieren bevat kan overdracht gebeuren, darmprotozoa kunnen overgebracht worden via faeco-orale besmetting.
Het doel van deze bachelorproef is het optimaliseren van de detectie van parasieten in faeces. Het opsporen van parasieten is heel belangrijk voor de laboratoriumdiagnostiek en preventie van verspreiding van de parasieten. Daarom moet de detectiemethode zo gevoelig en specifiek mogelijk gemaakt worden, zodat vals positieve en vals negatieve resultaten worden vermeden.
In de literatuurstudie worden alle darmprotozoa uitgebreid besproken. De morfologische kenmerken worden per soort op een rijtje gezet, omdat dit een belangrijk gegeven is bij de differentiatie van de verschillende parasieten. Verder worden ook alle mogelijke detectiemethoden en fixativa besproken.
Tot op vandaag wordt het routine parasietenonderzoek in het Heilig-Hartziekenhuis Roeselare-Menen nog steeds uitgevoerd op enkelvoudige verse faecesstalen. Dit brengt twee problemen met zich mee. Enerzijds is het een feit dat vegetatieve stadia van parasieten zeer gevoelig zijn aan externe factoren. Een staal dat niet binnen het uur na afname in het labo onderzocht kan worden, zal geen herkenbare vegetatieve vormen meer bevatten.
Tussen de afname van het staal en het routine parasietenonderzoek verstrijken vaak enkele uren. Hoe langer die periode, hoe kleiner de kans op het vinden van vegetatieve stadia. Hierdoor zullen veel vals negatieve resultaten worden doorgegeven. Anderzijds verschijnen intestinale protozoa niet op continue wijze in de stoelgang. Één staal is eigenlijk niet representatief voor de diagnose van een parasitaire infectie.
Beide problemen kunnen tegelijk worden opgelost door het gebruik van de ‘Triple Faeces Test’. Deze kit combineert onderzoek van gefixeerde faeces met dat van ongefixeerde faeces. De test bestaat uit drie buizen waarin op drie opeenvolgende dagen een faecesstaal moet worden afgenomen. De buizen voor dag 1 en dag 3 zijn gevuld met een fixeermiddel dat er voor zorgt dat mogelijke vegetatieve stadia in het staal in tact blijven. In de andere buis wordt een vers stoelgangstaal bewaard. Op die manier wordt een representatieve staalafname bekomen en zullen de vegetatieve stadia nog aanwezig zijn.
Op de gefixeerde en ongefixeerde faecesstalen werden twee permanente kleuringen uitgevoerd en met elkaar vergeleken. Enerzijds werd de Chlorazol Black kleuring uitgevoerd en anderzijds de Ijzerhaematoxyline-Kinyoun kleuring.
Verder zijn in dit eindwerk de resultaten van de permanente kleuringen terug te vinden. Van de afgenomen staal werd een concentratiemethode uitgevoerd zoals dit nu in de routine gebeurd en de twee permanente kleuringen werden toegepast. De preparaten werden allemaal bekeken onder de microscoop, van de geziene parasieten werd telkens een foto genomen en in de resultaten besproken.
Er kan besloten worden dat het zeer nuttig zou zijn om bij patiënten met een vermoeden van een parasitaire infectie een ‘Triple Faeces Test’ uit te voeren. Door het gemakkelijk gebruik van de kit kan de patiënt dit thuis zelf uitvoeren. Op de gefixeerde stalen van dag 1 en dag 3 wordt dan een permanente kleuring uitgevoerd, op het ongefixeerde staal wordt de concentratiemethode van Ridley uitgevoerd om een eerste diagnose te stellen.
Of de permanente kleuring op de gefixeerde faecesstalen zal toegevoegd worden aan het routine onderzoek van faeces staat nog in het midden. Het is tenslotte een arbeidsintensieve kleuring die tijdsrovend is en niet zomaar kan ingepast worden in de routine. Het vergt ook veel tijd en energie om de kleuringsprocedure op punt te stellen en op punt te houden. Het bekijken van de preparaten vergt ook enige ervaring en inzicht.

Address

Wilgenstraat 2
8800 Roeselare
Belgium

Contacts

Traineeship supervisor
Van Keirsbulck Conny
Zoekopdracht
Klassiek
Via Map